Zijn schooltijd was traumatisch, vertelt Stijn. Hij werd dagelijks gepest. “Soms vroegen ze of ik nog eens mijn naam wilde zeggen zodat ze me konden uitlachen. Ook werd ik uitgescholden en in elkaar geslagen”. Dat laatste vertelde hij echter niet aan zijn ouders. Stijn kon zich namelijk moeilijk uiten, een probleem dat meer stotteraars hebben. “Ik kon niet één woord vloeiend uitspreken”, legt hij uit. “Daardoor werd ik heel stil. Ik zat vast in een onzichtbare gevangenis.” Zijn ouders probeerden een oplossing te vinden. Stijn stotterde al sinds hij kon praten.
Tien jaar lang kreeg hij wekelijks logopedie, zonder resultaat. “In de brugklas zei mijn logopediste dat ik moest accepteren dat stotteren bij mij hoorde”. Vertelt Stijn. “Daardoor zakte mijn zelfvertrouwen tot het nulpunt.” Kort daarna ging Stijn naar een informatiedag van het Del Ferro Instituut. Oprichter Len Del Ferro ontdekte in de jaren 70 dat stotteren geen psychische oorzaak heeft, zoals tot dan toe werd verondersteld, maar een lichamelijke: de middenrifspier zou tijdens het stotteren ongecontroleerde bewegingen maken. Door deze spier te trainen, kan stotteren worden overwonnen.
Huilen
“Ik was knetter bang en onzeker”, vertelt Stijn. Toen werd ik ook nog eens het podium op geroepen. Ik werd knalrood en dacht: dit gaat fout. Toen legde Ingrid Del Ferro haar handen op mijn ribben. Ik haalde diep adem en zei een vloeiende zin. Voor het eerst in mijn leven! Ik barstte in huilen uit en mijn ouders ook.” Binnen enkele dagen was Stijn van het stotteren af en is hij nooit meer teruggevallen. Al had hij daar alle reden toe, want zijn dieptepunt moest nog komen.
Op mijn 18e ben ik uit huis gegaan en heb ik op 14 plekken gewoond, grotendeels instellingen waar de zorg niet goed was geregeld, vertelt Stijn. “Nadat mijn opa en overleden, kreeg ik flashbacks van de tijd waarin ik werd gepest. Van de crisisdienst kreeg ik medicatie waardoor het alleen maar slechter ging. Ik werd agressief en depressief. Onder invloed van die medicijnen heb ik meteen mes diep in mijn pols gesneden.”
Oma
Stijn werd net op tijd gevonden. “Ik wilde niet dood, ik wilde hulp.” Op de plek van het litteken staat nu de tekst ‘alleen rust kan je redden’ getatoeëerd. “Een uitspraak van mijn oma,” verklaart Stijn. “Ze zei het vaak bijvoorbeeld als ik verdrietig was vanwege het pesten.” Rust is ook wat ik van de mensen van Del Ferro heb geleerd als ik gespannen ben of het even moeilijk heb, focus ik me op die ademhalingstechniek en word ik meteen rustig. Stotteren doe ik nooit meer. Mensen vinden eerder dat ik te veel praat. Dan zeg ik: ja, ik moet dertien jaar inhalen!
Ik woon in een fijn gezinshuis en werk op een leuke dag besteding met IJslandse paarden. Ik ben nog lang niet waar ik wil zijn, maar ben dankbaar dat ik een inspiratiebron voor anderen kan zijn. Daarom heb ik een boek geschreven: ‘Alleen rust kan je redden’. Daar ben ik super trots op! Voor het eerst ben ik gelukkig. Zonder de hulp van de juiste mensen was ik er niet meer geweest.”